In dit repertorium zijn verdragen en andere rechtsinstrumenten opgenomen die bepalingen bevatten die de internationale rechtshulp in strafzaken betreffen. De gebruiker ziet in eerste instantie verdragen waaraan het Koninkrijk is gebonden, dan wel ten aanzien waarvan de verwachting bestaat dat zulks (eerdaags) zal geschieden. Door Buitenwerkinggetreden verdragen aan te vinken, ziet u ook verdragen die thans niet meer van kracht zijn. Naast de regelingen die rechtshulp in strafzaken betreffen, zijn voorts alle verdragen en andere rechtsinstrumenten die bepalingen bevatten die voor het materiële strafrecht, het strafprocesrecht, alsmede de rechtsmacht van belang zijn opgenomen.
De verdragen en andere instrumenten zijn gekwalificeerd naar de thematiek die erin geregeld is. Er zijn tien verschillende categorieën. Sommige regelingen vallen onder meer dan één categorie.
De zoekfunctie laat zoeken door de volledige tekst toe. Dat wil zeggen dat elke term, elk woord dat bij een verdrag staat genoemd tot een treffer leidt. In combinatie met de categorieën en door het beperken van de tijd waarin het verdrag is gesloten kan de gebruiker zijn keuzes bepalen.
De bronnen van de gegevens zijn steeds vermeld: het Tractatenblad, het Staatsblad, Kamerstukken, Publicatieblad van de Europese Unie, enz. Gegevens en tekst zijn daaruit letterlijk overgenomen, zelfs indien er aperte tikfouten of andere verschrijvingen in staan. Het Tractatenblad en andere overheidsdocumenten zijn on line te raadplegen via: zoek.officielebekendmakingen.nl alsmede www.overheid.nl. Oudere parlementaire stukken zijn te raadplegen via: www.statengeneraaldigitaal.nl. Sinds 1 juli 2009 wordt zowel het Staatsblad als ook het Tractatenblad elektronisch uitgegeven.[1] Ook voor het Publicatieblad van de Europese Unie geldt dat, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie (PB L 69 van 13.3.2013, blz. 1), met ingang van 1 juli 2013, enkel de elektronische editie van het Publicatieblad authentiek zal zijn en rechtsgevolgen zal hebben.
De titel van het verdrag of het andere instrument zoals vermeld in het Tractatenblad of het Publicatieblad van de Europese Unie.
Dit is / zijn de tekst(en) die juridisch bindend zijn.
Indien een Nederlandse tekst, dan wel een vertaling bestaat, treft u hier de vindplaats daarvan aan. NB: Een vertaling bindt partijen niet! U kunt zich daarop in rechte ook niet beroepen.
Vindplaats van (één van) de volledige tekst(en).
Bij multilaterale verdragen kan het verdrag reeds inwerkingtreden voor andere landen vóór het tijdstip waarop het verdrag voor het Koninkrijk in werking treedt. Als een multilateraal verdrag slechts door ratificatie van alle partijen inwerking kan treden is geen afzonderlijke rubriek Inwerkingtreding opgenomen.
N.B. Bij de Europese Unie doet zich het fenomeen voor dat verdragen en protocollen dikwijls reeds voordat zij zijn aangenomen voorlopig worden toegepast.
Vermelding van de datum waarop het verdrag voor één of meer van de samenstellende delen van het Koninkrijk in werking is getreden. Die gegevens zijn afzonderlijk voor het Europese deel van Nederland, voor het Caribische deel van Nederland, voor Curaçao, voor Sint Maarten en voor Aruba opgenomen.1 Een dergelijke aanduiding ontbreekt bij de wetgeving van de Europese Unie. Deze geldt per definitie slechts voor Nederland. Met ingang van 10 oktober 2010 is een wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk in werking getreden. Als gevolg hiervan bestaat het Koninkrijk thans uit vier landen: Nederland, dat op zijn beurt bestaat uit twee delen, een Europees deel en een Caribisch deel (de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba); Curaçao; Sint Maarten; Aruba. Voor elk van de vier landen kan een verdrag afzonderlijk van toepassing zijn. Daarnaast kan ook de verdragsbinding voor het Europese deel van Nederland anders zijn dan voor het Caribische deel van Nederland. Al deze verschillen zijn uitgedrukt in de rubriek Inwerkingtreding Koninkrijk. Bij Wet van 17 mei 2010, houdende goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging van verdragen voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Stb. 2010, 348, inwerkingtreding 2 september 2010) is het mandaat aan de regering verstrekt om voor tal van verdragen die verbinding voor het Caribische deel van Nederland te bewerkstelligen, dan wel juist op te zeggen. Aangezien de meeste van deze verdragen aan strafrechtelijke onderwerpen is gerelateerd, is de impact hiervan groot.
Ratificatieoverzichten - waaruit blijkt welke staten partij bij een multilateraal verdrag zijn - zijn niet opgenomen. Indien u wilt weten of een bepaald land partij is (en onder welke voorwaarden) dient u de online Verdragenbank van het Ministerie van Buitenlandse Zaken te raadplegen. Voorts dient men er op bedacht te zijn dat de Europese Unie andere regels hanteert en EU-rechtsinstrumenten niet in de Verdragenbank van Buitenlandse Zaken (verdragenbank.overheid.nl zijn opgenomen. NB: de Verdragenbank van het Ministerie van Buitenlandse Zaken bevat nog niet alle verdragen van voor 1961.
Vermelding van de datum waarop het verdrag voor het gehele Koninkrijk, dan wel één of meer van zijn samenstellende delen buiten werking is getreden.
Voor zover behandeling van het verdrag in het parlement heeft plaatsgevonden is deze vermeld. In enkele gevallen heeft geen parlementaire behandeling plaatsgevonden. Indien de reden daarvan bekend is, is deze vermeld onder Goedkeuringswet.
Bij multilaterale verdragen worden in deze rubriek uitsluitend de voorbehouden en verklaringen van het Koninkrijk der Nederlanden vermeld, alsmede de daartegen gemaakte bezwaren. Voorts worden de bezwaren van het Koninkrijk der Nederlanden tegen door andere staten gemaakte voorbehouden en verklaringen vermeld. Indien een vermelding is gewijzigd, wordt deze weergegeven zoals zij na de wijziging luidt. Voorbehouden en verklaringen van andere landen zijn niet opgenomen.
Vermelding van de (rijks)wet waarbij het verdrag is goedgekeurd en de datum van inwerkingtreding daarvan, dan wel opgave van de reden waarom een goedkeuringswet niet noodzakelijk was. Indien het verdrag stilzwijgend is goedgekeurd, wordt dat weergegeven door middel van de aantekening ‘SG’ (stilzwijgende goedkeuring) en de datum waarop deze goedkeuring heeft plaatsgehad. NB: Met de goedkeuring machtigt het parlement de regering Nederland volkenrechtelijk te binden. Voor binding moet de regering de goedkeuring aan de depositaris van het verdrag meedelen.
Indien er een wet is die strekt tot uitvoering van het verdrag of het andere rechtsinstrument wordt deze met datum van inwerkingtreding hier vermeld.
In deze rubriek wordt bij oudere verdragen verwezen naar alle Staatsbladen en Tractatenbladen die gegevens over het desbetreffende verdrag bevatten. Bij verdragen van na 1951 zijn dergelijke gegevens slechts in het Tractatenblad te vinden. Bij andere rechtsinstrumenten kunnen andere bronnen worden vermeld, zoals het Publicatieblad van de Europese Unie (PB).
In deze rubriek wordt verwezen naar bij een verdrag behorende protocollen en vice versa. NB: Naar verdragen die eenzelfde thematiek bestrijken of gesloten zijn met hetzelfde land wordt niet verwezen.
Ook alle relevante rechtsinstrumenten van de Europese Unie terzake van strafrechtelijke samenwerking; Richtlijnen, Kaderbesluiten, Gemeenschappelijke Optredens, Besluiten, Overeenkomsten en Verordeningen worden opgenomen. Deze rechtsinstrumenten komen op een andere wijze tot stand dan verdragen en verkrijgen tevens op een andere wijze rechtskracht. Om die reden is gekozen voor een andere weergave.
Aangezien vele instrumenten van de Europese Unie voortbouwen op verdragen van de Raad van Europa rijst de vraag wat de verhouding is tussen die instrumenten. In beginsel zal het instrument van latere datum niet alleen verwijzen naar het eerder instrument, maar ook de verhouding tussen die twee instrumenten bepalen. Zo bevat artikel 31 lid 1 Kaderbesluit 2002/584 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, de bepaling dat het in de plaats treedt van een aantal overeenkomstige bepalingen van daar genoemde verdragen, zoals bijvoorbeeld het Europees verdrag betreffende uitlevering. Artikel 1 Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie bepaalt eveneens de verhouding met andere verdragen inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken en geeft aan dat deze door het nieuwe verdrag worden aangevuld. Artikel 2, lid 2 Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie herhaalt enkele bepalingen die elders ook zijn opgenomen, maar het thema is vernieuwd geregeld. Naast instrumenten met een precieze verklaring met betrekking tot de verhouding tot eerdere instrumenten zijn er ook latere instrumenten die meer in het algemeen bepalen dat ‘deze overeenkomst de eerdere overeenkomst van een bepaalde datum onverlet laat’ of woorden van gelijke strekking.[2] Dit komt voor bij teksten die iets regelen dat raakt aan een thema dat elders is geregeld. De functie van zo'n bepaling is dan om te verduidelijken dat het eerdere verdrag juist niet door het latere wordt gewijzigd. De latere verdragswetgever laat daarmee zien dat hij op de hoogte is van de eerdere tekst en dat hij geen reden ziet om die eerder tekst in zijn werking te beperken.
Dit overzicht is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Desalniettemin kunnen onjuistheden, omissies of andere tekortkomingen niet worden uitgesloten. Elke vorm van aansprakelijkheid wordt hierbij uitgesloten. Gebruik van dit werk komt geheel en al voor rekening van de gebruiker. De redactie is gebruikers zeer erkentelijk indien zij onjuistheden en andere tekortkomingen - zo mogelijk met bronvermelding - melden aan: prof. mr. A.H. Klip, andre.klip@maastrichtuniversity.nl. Voorts is de redactie graag bereid vragen omtrent strafrechtelijke verdragen en andere instrumenten te beantwoorden. De gegevens zijn bijgewerkt tot en met de datum die u rechtsboven op het scherm ziet staan: Bijgewerkt tot …. .
[1] Rijkswet van 27 november 2008 tot wijziging van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen in verband met de elektronische bekendmaking van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties en de beschikbaarstelling daarvan in geconsolideerde vorm, Stb. 2008, 552, inwerkingtreding 1 juli 2009, Stb. 2009, 275.
[2] Zie bijvoorbeeld artikel 7 lid 4 Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen of artikel 6 Kaderbesluit 2002/946 tot versterking van het strafrechtelijk kader voor de bestrijding van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf.